Extra info over naaldkant

Naaldkant is een soort kant, gemaakt van naald en draad. Om naaldkant te maken, heeft men in de eerste plaats zeer veel geduld nodig want het werk vordert zeer langzaam. Men borduurt op een getekende ondergrond over gespannen leiddraden. Na voltooiing wordt de achtergrond, een dubbelgevouwen katoenen doek, weggeknipt. De naam "kant" komt van de eerste functie die eraan gegeven werd, namelijk het afboorden van kledingstukken. Naaldkant is niet hetzelfde als klosjeskant, zoals je nu nog ziet bijvoorbeeld in Brugge.

Olsene was in het begin van de jaren 1900 gekend om zijn naaldkant.  Deze naaldkant is waarschijnlijk meegekomen met de zusters die in 1870 het klooster kwamen bevolken en die hier een school oprichtten.
Deze school werd door de mensen "De bloemenschool" genoemd omdat het meestal bloemenmotieven waren die ze vervaardigden. Dit gebeurde in een klas langs de Oliebergstraat gelegen. De school kende haar hoogtepunt rond 1900 met een 80-tal leerlingen uit Olsene en omliggende gemeenten. Ze begonnen hun dagtaak om 8 uur en eindigden met het donker worden. Hun speeltijden hadden ze samen met de andere schoolkinderen. Velen werkten thuis nog verder bij het licht van een petroleumlamp. De zuster bekeek nauwkeurig de afgewerkte motiefjes. Alles moest perfect zijn. De fouten werden meedogenloos uitgeknipt om te herbeginnen. De handen werden veelvuldig gewassen want alles moest smetteloos wit blijven.

Er waren drie categorieën personen betrokken bij de kantnijverheid: de fabrikant, de koopvrouw als tussenpersoon en de kantwerkster. Bij de fabrikant kwamen de afgewerkte producten toe. De tussenpersoon kreeg de opdrachten voor de kantwerksters. Zij verdeelde de gekregen opdrachten onder de kantwerksters die ze zelf uitkoos. De kantwerksters waren meestal jonge vrouwen uit de armere klasse en werkten over het algemeen thuis. De jonge meisjes van de kantscholen maakten kant op school en soms nog verder tuis. De koopvrouw naaide alles zelf samen. Het ganse kantwerk werd door de kantwerksters zelf meestal niet gezien, ze moesten slechts een stukje van een groot werk maken.


   (foto Nina)

Tijdens de eerste wereldoorlog werd de klas van de kantschool ontruimd en kreeg ze een nieuwe bestemming, nl. als slaapplaats voor de Duitsers (1917). Er werd geen kant meer gemaakt op school, maar de kantwerksters mochten wel thuis verderwerken.

Door de opkomst van de weverijen en spinnerijen bloedde de kantnijverheid stilaan dood. Door de wet op de leerplicht, die voorzag in een behoorlijk onderricht,  verdwenen ook de meeste kantscholen. Vandaag de dag beoefent men het kantklossen als vrijetijdsbesteding.

×Terug naar de vorige pagina