| Extra info over de kerk Naar het oordeel van bevoegde mensen, zal men te Olsene, zoals bijna overal in 
	de "Lage Landen" reeds rond de jaren 800 een kerk of bidplaats gehad hebben. Op 
	welke plaats van de parochie deze eerste kerk zich bevond en wat er in de loop 
	van de eeuwen mee gebeurd is, kon niet met zekerheid achterhaald worden. Er 
    werd een vermelding gemaakt  in 1171 bij de schenking van een altaar 
    aan de kathedraal van Doornik. Zeker 
	is dat er reeds een kerk was te Olsene in 1417. In dit jaar immers 
	werd, volgens het kerkelijk archief dat bewaard wordt te Gent, Jan De Hont 
    hier benoemd als pastoor. Vermoedelijk werd de kerk wederopgericht na een 
    verwoesting in 1584.   
      
        | 
        
          | De kerk van Olsene bevond zich toen te midden van de 
        eerste dorpskern dichtbij de oude Leie, op de plaats waar zich het  kerkhof 
		bevindt. Hoe die kerk er uitzag weten we slechts bij benadering. Jozef Huys, een inwoner van 
		Olsene, heeft destijds op mondelinge aanduidingen van een bejaard dorpsgenoot, Alfons Deley, 
		een kleine schets van deze oude kerk en van de naaste omgeving gemaakt. Op dit schilderwerkje, 
		dat in 1993 aan de kerkfabriek van Olsene geschonken werd, zien we een niet al te grote kerk. |  In het jaar 1870 werd Petrus Van den Steene uit Evergem in deze kerk als pastoor 
	aangesteld. Drie jaar later, op 4 oktober 1873, pas 55 jaar oud, overleed hij.Een paar weken later, op 16 oktober 1873, werd zijn opvolger J.B. De Cuyper uit 
	St. Gillis Dendermonde, in zijn plaats benoemd en na enkele dagen, nl. op 28 
	oktober, als pastoor van Olsene aangesteld.
 Vanaf zijn eerste weken van zijn verblijf te Olsene was E.H. De Cuyper tot de 
	vaststelling gekomen, dat de parochiekerk te klein was, gezien het aantal 
	inwoners van Olsene zelf (2100) en de vele gelovigen van naburige parochies die 
	hier naar de kerk kwamen. Om te voldoen aan het uitdrukkelijk verlangen van al 
	deze mensen, riep E.H. Pastoor de leden van zijn Kerkraad samen in een speciale 
	vergadering. Hij overtuigde hen van de dringende noodzakelijkheid de bestaande 
	parochiekerk te vergroten. Met eenparigheid van stemmen werd besloten alles in 
	het werk te stellen om dit plan zo spoedig mogelijk te laten uitvoeren. Het 
	gemeentebestuur was echter niet onmiddellijk te overtuigen.
 Drie jaar lang bleef E.H. De Cuyper naar een oplossing zoeken. Eindelijk in het 
	jaar 1877 noteerde hij met grote vreugde en voldoening in het memorieboek van de 
	parochie dat hij vanwege geestelijke en burgerlijke overheid toelating ontvangen 
	heeft, niet om de bestaande kerk te vergroten zoals eerst was gepland, maar wel 
	om een nieuwe en ruime kerk te laten bouwen in het nieuwe centrum van de 
	parochie op "Sint-Pieterszandberg" - zoals deze plaats toen werd genoemd. De 
	overgelukkige pastoor legde de eerste steen van de nieuwe kerk op 28 juni 1877 
	onder de blijde toejuichingen van vele aanwezige parochianen. Op 14 juni 1879 
	werd het kruis van de oude kerk op de nieuwe geplaatst door August De Paepe, 
	schaliedekker te Wakken. Van de oude kerk is weinig bewaard tenzij de 
    prachtige communiebank in Lodewijk XVe stijl. Een stuk van deze bank werd 
    ook verwerkt in het huidige hoofdaltaar. Op 11 mei 1880 kon de nieuwe kerk ingezegend worden. 
	Dit werd gedaan door E.H. Henricus Verwilghen, deken te Deinze.
 
  
    | Op 4 augustus 1914 begon de Eerste Wereldoorlog. In het memorieboek van de 
	parochie werd een kort verslag gegeven over de gebeurtenissen hier te plaatse 
	tijdens deze zeer moeilijke en treurige periode. Vooral op het einde van deze 
	vier ellendige oorlogsjaren had de parochiekerk veel te lijden en werd ze bijna 
	totaal verwoest. Op 19 oktober 1918 begon de beschieting van het dorp. Op woensdag 23 
	oktober werd het grootste deel van de kerk, ook het splinternieuwe orgel, met 
	springstof totaal vernield. De burgerlijke overheid zorgde toen voor een 
	voorlopige houten hulpkerk met ingang langs de grote baan. In de maand juni van 
	het jaar 1925 was de kerk weer zo goed als helemaal hersteld en kon men de 
	noodkerk verlaten. | 
     |  
  
    | 
     | Op 14 mei 1940 vielen de Duitse troepen echter opnieuw ons land binnen. Enkele 
	dagen later, op vrijdag 24 mei, begon de beschieting van Olsene en werden vele 
	huizen en ook de kerk zwaar beschadigd. Vele inwoners gingen op de vlucht. Na 
	drie dagen hield de beschieting eindelijk op. De kerk was een puinhoop en totaal 
	onbruikbaar geworden. De eerste dagen werd Eucharistie gevierd in de kapel van 
	het klooster. Daarna kwam men terug naar de noodkerk van de eerste oorlog: de 
	loods naast het Breugelhof. Het einde van de oorlog kwam pas vijf jaar 
    later. De heropbouw van de kerk kon weer worden aangevat. Op zondag 12 april 
    1953 kon de herstelde kerk weer in gebruik genomen worden. Dat was een grote 
    dag voor Olsene. Meer dan duizend parochianen namen blij en dankbaar deel 
    aan de plechtigheid. |   Er bleef echter nog heel wat op te knappen aan en in de opnieuw 
	gerestaureerde kerk. Dat zou geleidelijk in de volgende maanden en jaren 
	gebeuren. De twee grootste klokken waren tijdens de oorlog op bevel van de 
    Duitse overheid weggehaald. Twee nieuwe klokken werden plechtig ingewijd in 
    1955 door de deken van Deinze. In 1959 kwam het nieuwe orgel, dat werd 
    ingewijd door de bisschap van Gent.In 1987 drongen algemene restauratiewerken zich op die thans beëindigd zijn.
 
    
    ×Terug naar de vorige pagina   |